Als de zuidwester loeit
Als de zuidwester loeit kan ik des nachts niet slapen.
Dan lig ik te denken aan die vissers ginds op zee.
Die voor hun dagelijks bestaan hun leven wagen.
In donkere nachten ver verwijderd van de ree.
Ik zie in mijn gedachten hoe ze strijden menig uur
aan boord van kleine schepen als een speelbal der natuur.
Als de zuidwester loeit kan ik des nachts niet slapen.
Dan bid ik in stilte voor die vissers ginds op zee.
Een visser moet varen, dat is zijn beroep.
In duizend gevaren volgt hij steeds de roep.
De ziedende golven verschaffen het brood
waarvoor hij moet vechten op leven en dood.
Als de zuidwester loeit kan ik des nachts niet slapen.
Dan lig ik te denken aan die vissers ginds op zee.
Die voor hun dagelijks bestaan hun leven wagen.
In donkere nachten ver verwijderd van de ree.
De tijd is gekomen, hij vaart weer naar huis,
nog eventjes stomen en hij is weer thuis.
De zee heeft gegeven. De vangst was niet slecht.
Ja, zo is het leven voor visser en knecht.
Als de zuidwester loeit kan ik des nachts niet slapen.
Dan lig ik te denken aan die vissers ginds op zee.
Die voor hun dagelijks bestaan hun leven wagen.
In donkere nachten ver verwijderd van de ree.
Dan bid ik in stilte voor die vissers ginds op zee.