Refrein:
Anna Jacoba, jij prachtige boot,
jij bent de parel van de hele vloot.
Je ruim is geladen met jajem en bier.
Ons Anna Jacoba geeft ons veel plezier.

Joris van Spilbergen, de admiraal,
geeft ons een teken, we gaan allemaal.
De Zon en De Jager, De Meeuw en De Maan,
ons Anna Jacoba sluit achteraan.

Refrein:
Anna Jacoba, jij prachtige boot,
jij bent de parel van de hele vloot.
Je ruim is geladen met jajem en bier.
Ons Anna Jacoba geeft ons veel plezier.

Vooraan wordt gevochten met de Spaanse vloot.
We willen wel helpen, maar zijn als de dood,
dat ’t Spaanse galjoen pons beroofd van ons bier,
want niemand van ons ziet nog scherp door ’t vizier.

Refrein:
Anna Jacoba, jij prachtige boot,
jij bent de parel van de hele vloot.
Je ruim is geladen met jajem en bier.
Ons Anna Jacoba geeft ons veel plezier.

Toch moeten we nog veel gevaren doorstaan,
de storm en de stroom in de straat Magelhaen.
De Meeuw is gemuit door een bange matroos.
Ons Anna Jacoba is weer laveloos.

Refrein:
Anna Jacoba, jij prachtige boot,
jij bent de parel van de hele vloot.
Je ruim is geladen met jajem en bier.
Ons Anna Jacoba geeft ons veel plezier.

Op voorschrift van ons welbekwaam chirurgijn,
drink ik de godganse dag brandewijn.
Zo word ik niet ziek en zo blijf ik paraat,
en drink ik met maten en met regelmaat.

Refrein (2x):
Anna Jacoba, jij prachtige boot,
jij bent de parel van de hele vloot.
Je ruim is geladen met jajem en bier.
Ons Anna Jacoba geeft ons veel plezier.